Digitalisering in het regeerakkoord: een stap in de juiste richting, maar nog een hoop werk aan de winkel

Door Bor van Zeeland, lid van de Werkgroep Inhoud Datavakbond

Na 272 dagen formeren werd afgelopen 15 december dan eindelijk het coalitieakkoord gepresenteerd, voor wat kabinet Rutte IV zal worden. Het is voor het eerst dat het onderwerp digitalisering een eigen paragraaf toegewezen kreeg in een regeerakkoord en er is eindelijk een bewindspersoon voor digitalisering.

In het regeerakkoord staan dingen waar we als Datavakbond blij van worden zoals: “De overheid geeft het goede voorbeeld door niet meer data te verzamelen en onderling te delen dan nodig en ontwikkelt regels voor data ethiek in de publieke sector. We geven mensen een eigen ‘online’ identiteit en regie over hun eigen data.”

Desondanks werpt het coalitieakkoord een hoop vragen op en blijven een aantal belangrijke vraagstukken op het gebied van data en digitalisering onbeantwoord.

In maart van vorig jaar heeft de Datavakbond voor de verkiezingen een politieke datavergelijker opgesteld door te kijken naar de verschillende partijprogramma’s. Op basis daarvan vonden we een aantal standpunten waar de meeste partijen het wel over eens waren zoals: het verhogen van het budget van de AP, ervoor zorgen dat gebruikers meer controle krijgen over hun persoonsgegevens en het vergroten van het toezicht op algoritmes.

Maar er waren ook nog een aantal onderwerpen waar partijen het oneens over elkaar waren: Moeten we meer of minder data verzamelen van verdachten? Moeten inlichtingendiensten meer of minder bevoegdheden krijgen? En moeten we technologische innovatie juist omarmen of kritisch benaderen?

Burgerrechten online en de Autoriteit Persoonsgegevens

Een van de belangrijkste punten uit het regeerakkoord is de erkenning van fundamentele burgerrechten online. Een van de manieren waarop de regering dit wil doen is door te investeren in een sterke positie van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en door de samenwerking en samenhang tussen de diverse digitale toezichthouders te versterken.

Uit de Politieke Datavergelijker bleek dat de meeste partijen het nodig vinden dat de AP meer middelen zou moeten krijgen. Desalniettemin krijgt de AP in het regeerakkoord bij lange na niet de middelen die nodig zijn om zijn wettelijke taken te vervullen.

Uit onderzoek van KPMG blijkt dat het budget van de AP zou moeten groeien van 25 naar minimaal 66 miljoen euro per jaar om aan de wettelijke taken en de Europese toezichteisen te voldoen. In het regeerakkoord wordt slechts 8 miljoen boven op de huidige 25 miljoen vrijgemaakt voor de AP vanaf 2025. Dit bedrag is bij lange na niet genoeg om de groei in achterstand bij de AP te kunnen stoppen, laat staan te dichten. Een sterke positie van de AP lijkt in werkelijkheid nog ver uit het zicht.

Dit aanhoudende gebrek aan middelen voor de AP zorgt ervoor dat de privacy van burgers veel sneller in het geding kan komen. De AP kan onderzoeken naar overtredingen van de wet en datalekken niet goed uitvoeren, waardoor sancties uitblijven en bedrijven te vaak ongestraft de wet kunnen overtreden.

Daarnaast zal dit aanhoudende gebrek ervoor zorgen dat de AP niet goed kan samenwerken met andere Europese privacytoezichthouders. De AP kan namelijk nog steeds niet kan meewerken aan grensoverschrijdende zaken waar meerdere Europese privacytoezichthouders bij betrokken zijn. In het coalitieakkoord wordt gesteld dat het kabinet het voortouw wil nemen binnen de EU en de samenwerking tussen lidstaten op het gebied van digitalisering wil versterken. Als onderdeel hiervan zou de regering het budget van de AP moeten verhogen, zodat deze effectief internationaal kan samenwerken.

 

De Algoritmetoezichthouder

In onze politieke datavergelijker hadden we vastgesteld dat het zeer waarschijnlijk zou zijn dat er meer toezicht zal komen op het gebruik van algoritmes. Het was een onderwerp dat relatief veel aandacht kreeg in de campagne wegens de toeslagenaffaire. De nieuwe coalitie zal dan ook het toezicht op algoritmes vergroten door het aanstellen van een algoritmetoezichthouder. Deze toezichthouder zal algoritmes toetsen op discriminatie, willekeur en transparantie. Het zal wettelijk verankerd worden dat algoritmes die de overheid en andere entiteiten gebruiken hierop getoetst worden. Maar moet de toezichthouder niet verder kijken dan alleen discriminatie, willekeur en transparantie?

De Tijdelijke Commissie Uitvoeringsorganisaties heeft vorig jaar gekeken naar waar het mis gaat met het gebruik van algoritmes in uitvoeringsorganisaties. Op basis daarvan valt op dat het met algoritmes voornamelijk mis gaat in uitzonderingsgevallen. Deze uitzonderingen bevinden zich vaak onder de meest kwetsbare groepen in onze samenleving, die vaak de weg naar de overheid niet zo goed kennen. Wij vragen ons af hoe deze kennis meegenomen zal worden in het toetsen van algoritmes.

De algoritmetoezichthouder zal vallen onder de Autoriteit Persoonsgegevens en de overheid zal jaarlijks 3,6 miljoen euro extra uittrekken voor deze extra functie van de AP. Is dit wel genoeg voor de AP om een extra taak op zich te nemen? En heeft de AP wel de nodige kennis in huis om algoritmes op een goede manier te kunnen toetsen?  Er is namelijk nog veel onduidelijkheid over het gebruik van algoritmes door de overheid. Zo hebben overheidsinstanties zelf vaak een slecht beeld van wat voor algoritmes er worden gebruikt en een algoritmeregister, zoals de gemeente Amsterdam heeft, ontbreekt nog in de plannen.

Controle over je eigen data

De meeste partijen beaamden in hun verkiezingsprogramma’s dat gebruikers meer controle zouden moeten krijgen over hun persoonsgegevens. In het regeerakkoord neemt de overheid deze taak op zichzelf en stelt het doel om burgers regie te geven over hun eigen data. Echter dient de overheid voorzichtig te zijn met hoe het mensen de regie geeft. Mensen zelf de regie geven kan namelijk ook averechtse gevolgen hebben. Een voorbeeld hiervan is het persoonsgebonden budget in de zorg. Het idee hiervan was dat gehandicapten, ouderen en langdurig zieken hun eigen zorg zouden kunnen inkopen, om hen zo de regie te geven. Het systeem hiervoor bleek echter te complex waardoor het zeer lastig was voor deze groep kwetsbare mensen om zorg te regelen. Mensen hadden niet het gevoel dat ze de regie hadden, maar voelden zich vooral aan hun lot overgelaten.

Gaat de coalitie een adequate datastrategie opstellen om dergelijke problemen met eigen regie te voorkomen?

Een van de manieren waarop de overheid burgers regie over hun eigen data wil geven is door het creëren van een online identiteit voor burgers. dergelijk idee voelt niet heel ver weg meer, vooral nu de meesten van ons al gewend zijn aan de CoronaCheck app. Een eigen online identiteit kan leiden tot een stuk meer overzicht en controle, omdat we minder gebruikersnamen en wachtwoorden hoeven te onthouden en omdat er veel meer op een plek te vinden zal zijn. Ook is het hiermee makkelijker om diensten aan elkaar te koppelen. Echter moeten we voorzichtig zijn met een dergelijke online identiteit, omdat het een grote dreiging zou kunnen zijn voor onze privacy en vrijheid. Niet alleen kan het de mate van controle vanuit de overheid vergroten, maar ook voor commerciële partijen is een dergelijke online identiteit waardevol. Het is dus belangrijk dat we een discussie voeren over in welke mate we een dergelijk systeem willen overlaten aan de markt, en over hoe we goed toezicht kunnen houden op een dergelijk systeem om misbruik te voorkomen.

Innovatie: Kritisch benaderen of omarmen?

Een vraag die openbleef in de politieke datavergelijker was of we kritisch of juist open moesten zijn naar technologische innovatie toe. In het regeerakkoord wordt veelal positief gesproken over technologische ontwikkelingen en de kansen die deze technologie kan bieden. Maar er wordt er wordt vooral naar gekeken als iets wat overgelaten dient te worden aan de markt. Er wordt gesproken over het verzilveren van digitale kansen, het versterken van concurrentie en het beschermen van kapitaal. Ook vinden wij dat er nog te veel focus ligt op publiek-private samenwerking, waarbij marktpartijen te veel invloed krijgen in de visie en uitvoering.

Vooral in een tijd als deze waarin onze communicatie noodgedwongen op afstand moet plaatsvinden, zou het voor burgers mogelijk moeten zijn om van diensten gebruik te kunnen maken waar het algemene belang in plaats van het commerciële belang voorop staat. Leerlingen in alle lagen van het onderwijs worden nog steeds gedwongen om gebruik te maken van Teams, Zoom en de onveilige software van Proctorio om hun onderwijs te kunnen volgen. De overheid zou digitalisering en technologische innovatie moeten aanpakken als kans om nieuwe en revolutionaire publieke diensten op te zetten om zo privacy, transparantie en toegankelijkheid te waarborgen.

De toegankelijke overheid

Vooral in de nasleep van de toeslagenaffaire is het belangrijk dat de overheid als instelling toegankelijk blijft. Daarom zijn wij blij om te zien dat de overheid er zich voor in zet dat zij toegankelijk blijft via niet-digitale wegen. Ook is het belangrijk dat burgers die minder vaardig zijn in het gebruik van digitale middelen beschikking kunnen krijgen over de kennis die nodig is om de overheid via de digitale weg te bereiken. Omdat deze kennis zo essentieel is, vinden wij dat er voor burgers altijd een punt in de buurt moet zijn, zoals een bibliotheek waar ze voor deze kennis terechtkunnen. Zonder dat daar een winstoogmerk achter zit. Een publiek-private strategie is niet voldoende.

Justitie en Veiligheid

Op het gebied van justitie en veiligheid bleven in de datavergelijker twee vragen open. 1) Moet er meer of juist minder data van verdachten worden verzameld en gedeeld? 2) Moeten de inlichtingendiensten meer of minder bevoegdheden krijgen?

In het regeerakkoord stelt de coalitie dat de overheid niet meer data verzamelt en onderling deelt dan nodig is. Tegelijkertijd wordt bij veiligheid en justitie juist gewerkt aan het aanpassen van wetgeving op het gebied van gegevensuitwisseling en opsporing om de aanpak van criminaliteit effectiever te maken. Ook wil de coalitie dat de positie van inlichtingendiensten wordt versterkt. Het lijkt erop dat de coalitie in de afweging tussen privacy en veiligheid meer neigt naar veiligheid. Een onderwerp dat ontbreekt in het coalitieakkoord is encryptie. Vorig jaar was er enige ophef hierover, omdat Minister Grapperhaus bezig was met een plan om de end-to-end encryptie van chatplatformen te verzwakken. Er werd toen besloten dat het aan het volgende kabinet (Rutte IV) was om een keuze hierover te maken. Vreemd genoeg komt het onderwerp niet voor in het huidige regeerakkoord, terwijl in het regeringsakkoord van Rutte III duidelijk werd benadrukt dat er niet getoornd zou worden aan encryptie.

De Staatssecretaris

Een ander onderwerp wat niet is benoemd, maar er wel is gekomen is een staatssecretaris voor Digitalisering. Alexandra van Huffelen heeft de post toegewezen gekregen in het nieuwe kabinet. Zij heeft geen eerdere ervaring met overheids-ICT, maar staat wel bekend als een goede bestuurder met een open blik. (Om haar te feliciteren met haar functie heeft het bestuur van de Datavakbond haar een kaart opgestuurd.) Ondanks dat het een grote stap in de goede richting is dat er een staatssecretaris voor Digitale Zaken komt, tonen het coalitieakkoord en het takenpakket van de Staatssecretaris dat een Minister of Ministerie van Digitale zaken noodzakelijk is voor een holistische benadering van de vraagstukken en problemen rondom digitalisering, privacy en data.

Het huidige takenpakket van de staatssecretaris legt de focus te veel bij beheerstaken. Hierdoor komen belangrijke vraagstukken over digitalisering en privacy vaak terecht bij andere Ministeries. Neem bijvoorbeeld het opbreken van Big Tech of het feit dat justitie meer inzet op veiligheid dan op privacy.

Dit is niet een analyse die alleen de Datavakbond maakt. Ook de WRR adviseerde de overheid dat er gewerkt moet worden aan een visie op hoe wij onze digitale leefwereld willen inrichten. Digitalisering is nou eenmaal een onderwerp dat rijkt tot in alle hoeken van onze overheid en samenleving. We zijn benieuwd hoe de staatssecretaris om zal gaan met de vraagstukken en problemen op dit vlak.

Deel je bovenstaande analyse of wil je er juist op reageren? Stuur een mailtje naar Inhoud@datavakbond.nl